————— NL version (ENG version below) —————
(Dinsdag 1/10) Barslecht geslapen op de rustdag. Het hoofd is er dus niet helemaal bij. Het ski-oord Isola 2000 was buiten het seizoen ook niet de meest geweldige plek voor een rustdag. Het hele vakantiedorp was een spookstad met één superette die open was. Het heeft wat voeten in de aarde gehad om terug in de Col de Lombarde te geraken maar hier staan we dan. De start van de laatste etappe in dit project. Soms is het moeilijk om me te herinneren waar het allemaal begon maar daarom schrijf ik. Om niet te vergeten.
Op automatische piloot begin ik eraan. Op naar de Cime de la Lombarde (2800m). Steil omhoog via een pad van rotsblokken en dus klauterwerk. 2 grote klims vandaag. Eentje aan het begin en eentje op het einde. Eens op de top brengt de rest van de voormiddag me van de ene bergpas naar de andere. Telkens door het ruwe rotsige landschap waar de militaire routes de chaos aan rotsblokken geplaveid hebben tot iets wat lijkt op Romeinse heirbanen. Ze verbinden de vele oude kazernes die op de bergpassen liggen met soms nog grotere kazernes of zelfs halve dorpen lager in de vallei.
Aan de Rifugio Emilio Questa begint de 2de zware klim van de dag via 2 bergpassen tot aan de Tête Sud des Bresses (2820m). Eens in het rotspuin gaat de automatische piloot uit want toch al een hoop kilometers in de benen en geen zin om tussen de rotsblokken te gaan liggen. Met - intussen - gummi benen daal ik af van de top naar een zoveelste oude kazerne lager in de vallei. Daar zet ik de tent naast het riviertje want de pijp is uit. Hopelijk goed kunnen slapen want dat is nog steeds het succes ingrediënt in dit project. Om 18u gaan de oogjes al dicht.
(Woensdag 2/10) Nog maar eens een afgrijselijke nacht. Het heeft de hele nacht geregend en de wind beukte in op de tent. Zo hard zelfs dat ie een van de piketten wist los te krijgen. Toen ik daarvan bewust werd, was de helft van de tent al onder water gelopen. Dat hadden we nog niet gehad tijdens dit project. Er zat niets anders op dan in het midden van de nacht opnieuw piketten kloppen in regen en wind en terug proberen de slaap te vatten. Als ik wakker word, valt de schade relatief mee. Het eten is nat maar dat zit allemaal individueel verpakt dus geen probleem. Het matje en de hoes van de slaapzak zijn nat maar al bij al is aan de goede zijde van de tent het meeste droog gebleven. Helaas zijn de stapschoenen buiten de tent beland en dus doorweekt. Dan maar op de trailschoenen verder.
De natte spullen krijgen een aparte plek in de rugzak en worden afgeschermd van de droge. In de miezerregen en aanhoudende wind trek ik verder. Eindpunt zou een winterbivak moeten zijn. Ik laat alles daar dan wel drogen. Maar eerst nog heel wat kilometers doen langs de grens, dus de automatische piloot slaat weer aan. Het pad ligt er nog wilder bij dan de dag ervoor. Het is hoppen op de trailschoenen door steenpuin dat er vaak los bijligt. Niet ideaal aangezien ze niet dezelfde bescherming geven als de hoge en hardere stapschoenen. Na herhaaldelijk op mijn achterwerk te belanden en te vloeken, hou ik halt bij de Rifugio Genova-Figari. Het koppel dat de hut uitbaat, is bezig ze klaar te maken voor de winter. Hoewel de hut al gesloten is, nodigen ze me toch uit voor wat suikers. De ideale kans voor mij om te polsen naar de weersverwachtingen en te weten te komen of de winter bivak en de andere hutten onderweg wel degelijk open zijn. We bekijken het samen. Wat ga ik die gastvrijheid missen, realiseer ik me. De bivak en de andere hutten zijn geen probleem. Alleen zal het morgen barslecht weer zijn, net nu mijn laatste top van 3000m op de route ligt. Gelukkig slaap ik vannacht droog in de winterbivak en kan ik het van daaruit verder bekijken.
Ik neem afscheid en zeg hen dat ik zeker nog eens terug kom. En dan begin ik aan de laatste klim van de dag. Aan de andere kant van de bergpas ligt de winterbivak. Onderweg zijn de gemzen en steenbokken zich aan het dik eten voor de winter. Ze verwachten geen wandelaars en schrikken dus ook niet op als ik passeer. Tot op 10m laten ze me rustig passeren en kijken me na van dichtbij of van hoger gelegen op de bergkam. Een waar afscheidscomité. Als ik de som maak, alleen al vandaag, zit ik makkelijk aan een 150-tal gemzen en een stuk of 30 steenbokken. Wat ga ik die beestjes missen.
Moe kom ik aan bij de winterbivak waar alweer een vijftal gemzen staan te grazen. Ik val binnen in de simpele en meer dan 100 jaar oude bivak van de Italiaanse alpenvereniging. Ik maak de rugzak helemaal leeg om alles te laten drogen en ik kook. Snel een van de stapelbedden in en morgen zien we wel verder wat het weer geeft. Sowieso wordt het een kortere dag.
(Donderdag 3/10) Als ik wakker word om 7u, regent het pijpenstelen, vroeger dan voorspeld. Een goed teken want dan valt het er allemaal vroeger uit. Ik kruip nog even het bed in en wacht beter weer af. Om 9u klaart het op maar ik wacht nog even af omdat het weerbericht de zwaarste neerslag ergens rond 10-11u gaf. Het blijft opgeklaard. Ik wil dus geen tijd verliezen en begin het huishouden bij elkaar te pakken. Rond half elf kan ik vertrekken. Achter de hut steil de flank omhoog in een aangename zigzag. Boven heeft het licht gesneeuwd maar niet te drastisch.
Als ik aan mijn klim naar de eerste bergpas begin, komt de miezerregen terug opzetten. Regenbroek aan en verder naar de Forcella Rocatti (2617m). Het rotspuin naar de pas ligt besprenkeld met een dun laagje sneeuw. Opletten voor schuivers maar tot hier alles dik oké. De top van de Cime du Gelas (3143m) en een laatste keer op 3000 meter in dit project lijken haalbaar. Achter de pas gaat het richting tweede bergpas, de Col Saint Robert (2824m), die me op de graat naar de top moet zetten. En hier gaat het fout. De sneeuwval wordt heviger en een sterke wind komt opzetten. Het weer dat eerder voorspeld was, komt blijkbaar veel later. In de bergen krijg je altijd verrassingen voorgeschoteld. De wind heeft een ijslaag op de rotsen gelegd en een deken van zo’n 15 à 20cm sneeuw op het rotspuin. Het pad dat enkel nog aangegeven wordt door een paar besneeuwde steenmannetjes loopt ruw door het rotspuin. In de couloir naar de col ligt de nieuwe sneeuw bovenop de oude verijsde sneeuwlaag. Het gaat steil omhoog tegen de verijsde rotswanden aan naar de col. Ik begin er mijn bedenkingen bij te hebben want ik klim soms door passages op de rotswand waar ik eigenlijk niet thuis hoor maar de grepen zijn beter dan in het rotspuin. Na veel zwoegen geraak ik tot in de col. De graat ligt er nog slechter bij en mijn vingers voel ik al even niet meer. Het weer wordt ook alleen maar slechter. In deze condities is de top uitgesloten en ik maak me vooral zorgen om de afdaling van de top. Dan maar over de col doorsteken en omlopen. Het belooft een lange dag te worden terwijl ik een korte in gedachten had.
Ik zal moeten omlopen via de vallei achter de pas. De afdaling is opnieuw dezelfde als de klim. Schuiven door een rotspuinvlakte met steenmannetjes die je proberen wegwijs te maken in het besneeuwde landschap. Nooit gedacht dat ik 4 dagen voor aankomst nog in zoiets aan het ploeteren zou zijn. Eens terug onder de sneeuwgrens, blijven de regen en wind aanhouden. Ik ben doorweekt en via de gps de omleiding vinden is een ramp met natte en bevroren vingers. Het is 14u en ik heb nog 15km en meer dan 1000 hoogtemeters voor de boeg. Alle registers gaan open om zeker niet met de hoofdlamp aan te moeten aankomen. Van onder de kap is het regendruppels tellen en vooral af en toe in de ijzige wind opkijken om het pad niet te verliezen.
Nog 3 bergpassen. In de eerste komt de zon er door maar de wind houdt aan. Alles gaat in één trek vanaf hier. Geen tijd voor pauzes, jammer want het is een prachtige omgeving. De Pas du Mont Colomb (2548m) is een pareltje met een nauwe pas waarachter je via een in rotsen aangelegd pad afdaalt naar de Refuge du Nice. Aan de berghut die al gesloten is maar wel een winterruim heeft duw ik door naar de volgende hut. 9km verder is de Refuge des Merveilles wel nog open. Alles laten drogen is het enige waar ik nu nog aan denk. Nog 2,5u zonlicht, dus even de regenbroek uittrekken en terug verder. Ik loop bijna door de bergpassen, Baisse du Basto (2693m) en Baisse de Valmasque (2549m). De prachtige Vallée des Merveilles erachter kleurt prachtig tegen de ondergaande zon. Met nog steeds gevoelloze vingertoppen probeer ik hier en daar een foto te trekken. En dan op 2 km van de berghut is het zover. Het wordt te donker en de hoofdlamp moet voor een derde keer in dit project op. In het pikdonker kom ik om 20u aan bij de hut. Warmte, droog geraken en eten. Morgen normaal gezien de zee kunnen zien bij beter weer.
(Vrijdag 4/10) Het heeft goed geregend, ik ben dus blij van onder een warm dak te hebben kunnen slapen. Het weer ziet er goed uit maar zou volgens de huttenwirt wisselvallig blijven vandaag. Ik trek als eerste de hut uit op weg naar de oversteek van de laatste toppen en rotsgraat. De gemzen kijken me na als ik aan het genieten ben van de klims naar de Cime des Lacs (2510m), Cime du Diable (2685m) en de Mont Capelet (2598m) en vooral het oversteken van de rotsgraten er tussen. De wolken zijn hardnekkig en dus geen zee te bespeuren vandaag.
En dan, als ik de laatste top afkruip, dringt het tot me door. Eens op de GR52 ofwel de Grand Traverse du Mercantour is het rotslandschap weg. Vanaf hier is het groen en grasland en ligt de boomgrens iets lager al in het verschiet. De laatste gemzen zwaaien me uit in het lange gras. De herten die aan het burlen zijn geslagen nu het bronstijd is, zorgen voor achtergrondmuziek terwijl de GR52 me over de laatste graten slingert of voert. De struiken met blauwe bessen die wijnrood kleurden, veranderen in wilde grauwe tijmbosjes. De GR52 loopt vanaf hier door de bossen naar beneden tot in het dorp Sospel dat op nog geen 300m boven de zeespiegel ligt. Soms in een decor van loof en dennenbossen alsof het dorp net bij ons in de Ardennen zou kunnen liggen en dan weer verderop met een mediterraanse tint. 32km en vooral 3000 dalende hoogtemeters later sta ik in Sospel. Lang geleden dat ik nog op deze hoogte was. Van hier moet ik nog 2 bergkammen over richting de zee. Dat is het werk voor de komende 2 dagen.
(Zaterdag 5/10) Stralend weer. Vandaag zie ik de zee sowieso. Spannend. De knieën hebben gisteren afgezien met de 3000 hoogtemeters dalen en dat is eraan te voelen. Steunkousen gaan dus aan om de benen wat extra steun te geven. Er staan maar 16km en 1500 hoogtemeters op het programma, dus ik pak de dag rustig aan. Ik begin met een uitgebreid ontbijt van koffie en croissants in de lokale bakkerij.
Vanuit Sospel gaat het omhoog richting de laatste bergkammen tussen mij en de zee. Terug naar 1000m en ik ben er niet rouwig om. Het voelt vreemd om in een middelgroot dorp rond te lopen. Terug de natuur in, dat doet meteen goed. Ondanks de knieën voelt het lichaam geweldig. Ongelofelijk na al wat het doorstaan heeft en al die keren dat ik het heb voelen kraken dat het hier vandaag nog steeds in de beste vorm uit mijn leven verkeert. Tegen de bergflanken aan kruip ik beetje bij beetje omhoog in de zon. En dan is het zover. In de Col du Farguet (1083m) verschijnt ze van achter de hoek. De zee. Ik ga zitten en kijk. De tranen blijven uit. Ik voel wel trots, maar de rots achterlaten gisteren viel me zwaarder dan de zee terugzien. Zonder het door te hebben, heb ik al de helft gestapt van wat ik vandaag wou doen. Een uur platte rust dus met de zee in de verte en mijmeren maar.
En dan gaat het door de canyon en een verwilderde via alpina door een mediterraans landschap naar beneden. De loofbomen hebben plaatsgemaakt voor olijf- en vijgenbomen. Ik doe het op een doods gemak, het hoofd is compleet leeg. Dat laatste had ik niet verwacht. Ik had meer emoties verwacht na al die maanden maar het voelt alsof het teveel ontlading is ineens en de harde schijf gecrasht is.
Vandaag kruip ik niet zo ver meer. Nog tot op de top van de Pic de Baudon (1265m) om de laatste nacht boven de 1000m in de tent door te brengen met uitzicht op Monaco. Het lichaam blijft gaan als zot en de laatste 700 hoogtemeters gaan er in geen tijd aan. Gelukkig voorspellen ze zo goed als geen wind op de top. De tent past er perfect. Het uitzicht op de kuststeden is geweldig. Als het wolkendek dicht slaat, daalt de temperatuur. Nog een laatste keer de tent in dus en koken vanuit de slaapzak. Morgen kom ik aan.
(Zondag 6/10) De laatste dag. Ik word wakker met een geweldige zonsopgang boven de zee die de hemel rood kleurt. Veel zonsopgangen heb ik niet gezien in de bergen tenzij op de alpiene routes waar ze diep in de nacht van start gingen. Ik geniet van het uitzicht terwijl ik vanuit de slaapzak de laatste portie havermout met rozijnen binnen speel. Eruit kruipen en de laatste keer het huishouden in de rugzak proppen. Overmorgen mag alles eruit om eens goed gedesinfecteerd te worden. Nog een kleine 17km tot aan de kust in Monaco. Tegen de bergflanken van de Cime de Cariglian (1107m) en de Cime des Cabanelles (1089m) gaat het geleidelijk aan naar beneden tot in La Turbie. In een ruk doen we 12km.
In de lokale bakkerij ontmoet ik 2 wandelaars die ook staan aan te schuiven voor croissants. Ze zijn onderweg naar Istanbul. Raar maar waar, het kriebelt bij me om verder te trekken. We gaan koffie drinken om alles te horen over hun en mijn project. Ik verlies de tijd uit het oog en verontschuldig me dat ik verder moet. Mijn ontvangstcomité staat te wachten op het Place du Palais. Langs de Via Alpina die hier ook aankomt, loop ik verder door. Het pad blijft hoog tot dicht bij de zee en dan duikt het naar beneden naar Monaco. In de mondaine stad baan ik me een weg door een doolhof aan beton en dan begin ik aan de laatste klim op de trappen naar de oude stad. En daar zijn ze dan. Mijn oudjes. Zij waren het die me zoveel jaar geleden leerden lopen. De voorbije maanden hebben ze zeer intens mee beleefd. De laatste kilometer van dit project leggen we samen af. De laatste kilometer van de place du palais naar de zee.
Onderweg passeren we langs de kathedraal om er ritueel een kaars te branden voor een goede afloop, net zoals ik deed in Muggia bij de start. En dan naar zee, want ook dat is een traditie, zwemmen waar ik vertrek en zwemmen waar ik aankom. Voor ik in het water terecht kom, begint het besef in te sijpelen dat het voorbij is. De voorbije bijna 6 maanden werd mijn leven bepaald door de absolute ‘basics’: slapen, eten, veilig vooruitkomen en alle overschouwingen en planningswerk die daarbij komen kijken. Het wordt me af en toe een beetje veel. Kleren uit en vanop de kade duik ik het water. Het zit erop. Juichend sla ik in het water. 2576km en 166.612 klimmende hoogtemeters maar vooral…
… een ervaring om nooit te vergeten
… oneindig veel dank aan iedereen die ik mocht kruisen in dit project, meenemen op mijn pad, me adviseerde en/of me ondersteunde op welke manier dan ook.
Bergse groeten uit Monaco en tot snel!
————— ENGLISH VERSION —————
(Tuesday 1/10) Slept really badly on the rest day. So my head is not quite there. The ski resort Isola 2000 was not the best place for a rest day out of season. The entire holiday village was a ghost town with only one supermarket that was open. It took some effort to get back to the Col de Lombarde but here we are. The start of the last stage in this project. Sometimes it is difficult to remember where it all started again but that is why I am writing. Especially so that I do not forget.
I start on autopilot. On to the Cime de la Lombarde (2800m). Steeply up via a path of boulders. 2 big climbs today. One at the beginning and one at the end. Once at the top, the rest of the morning takes me from one mountain pass to the next. Each time through the rough rocky landscape where the military routes have often paved the chaos of boulders into what looks like Roman roads. They connect the many old barracks that are located on the mountain passes with sometimes even larger barracks or even small villages lower in the valley.
At the Rifugio Emilio Questa the 2nd tough climb of the day starts via 2 mountain passes to the Tête Sud des Bresses (2820m). Once in the rocky debris the autopilot goes off because I already have a lot of kilometers in my legs and I don't feel like lying down between the boulders. With rubber legs in the meantime I descend from the top to yet another old barracks lower in the valley. There I pitch the tent next to the river because I am drop dead tired. Hoping to sleep well because that is still the success ingredient in this project. At 6 pm the eyes are already closed.
(Wednesday 2/10) Yet another horrible night. It rained all night and the wind pounded on the tent. So hard that it even managed to loosen one of the stakes. When I first became aware of it, half of the tent was already flooded. I haven’t had that yet in this project. So in the middle of the night I had to hammer in stakes again in the rain and wind and try to get back to sleep. When I woke up, the damage was relatively limited. The food was wet but it was all individually wrapped so no problem. Furthermore, the mat and the cover of the sleeping bag were wet but all in all most of it remained dry on the right side of the tent. Only the walking shoes ended up outside and were soaked. So I will continue on my trail running shoes.
The wet stuff got a separate place in the backpack and was shielded from the dry stuff and in the drizzle and persistent wind I get going again. The end point today should be a winter bivouac so I will let them dry there. But first many kilometers along the border ahead so the autopilot kicks in again. The path is even wilder than the day before and I have to hop on my trail running shoes through rubble that is often loose. Not ideal as they do not offer the same protection as the high and harder walking boots. After repeatedly landing on my bottom and cursing, I stop at the Rifugio Genova-FigarI. The couple who run the hut are busy getting it ready for the winter. Although they are already closed, they invite me in for some sugars. Also an ideal opportunity for me to ask about the weather forecast and whether the winter bivouac is actually open as well as what about the other huts along the way. We survey everything together. How I am going to miss that hospitality, I think. The bivouac and the other huts are no problem. Only the weather will be terrible tomorrow, just when my last peak of 3000m is on the route. Fortunately, I will sleep dry tonight in the winter bivouac and I can continue to view it from there.
I say goodbye and tell them that I will definitely come back and start the last climb of the day. The winter bivouac is on the other side of the mountain pass. On the way and earlier on as well, the chamois and ibexes are eating fat for the winter. They don't expect hikers and so they don't get scared when I pass by. Up to 10m they let me pass by calmly and watch me from close by or from higher up on the mountain ridge. A true farewell committee. If I count today alone, I easily have seen about 150 chamois and about 30 ibexes. How I will miss those animals in all their splendor.
Tired, I arrive at the winter bivouac where here too five chamois are grazing. I enter the simple and more than 100 year old bivouac of the Italian Alpine Association. The entire backpack is emptied to let everything dry and I cook. Quickly into one of the bunk beds and tomorrow we will see what the weather will be like. In any case, it will be a shorter day.
(Thursday 3/10) Earlier than predicted, it is raining cats and dogs when I wake up at 7am. A good sign because then it all falls out earlier. I crawl into bed for a while and wait for better weather. At 9 o'clock it clears up but I wait a while because the weather forecast gave the heaviest precipitation somewhere around 10 o'clock and 11 o'clock.Itremains clear so I don't want to lose any time and start to get the housework together. At 10:30 I start. Behind the hut steeply up the flank in a pleasant zigzag. At the top it has snowed lightly but nothing too drastic.
When I start my climb to the first mountain pass, the drizzle starts again. Rain pants on and on to the Forcella Rocatti (2617m). The rocky debris to the pass is sprinkled with a thin layer of snow. Watch out for sliders but up to here everything is fine. The top of the Cime du Gelas (3143m) and a last time at 3000 meters in this project seems feasible. Behind the pass it goes towards the second mountain pass, the Col Saint Robert (2824m), which should put me on the ridge to the top. And here it goes wrong. The snowfall becomes heavier and heavier and a strong wind starts. What should have come earlier in terms of weather apparently comes much later. In the mountains you always get surprises. The wind has laid a layer of ice on the rocks and a blanket of about 15 to 20 cm of snow on the rock rubble. The path that is only indicated by a few snow-covered cairns runs roughly through the rock rubble. In the couloir to the pass, the new snow lies on top of the old icy snow. It goes steeply up against the icy rock walls to the pass. I start to have my doubts about it and sometimes climb through passages on the rock face where I don't really belong but the holds are better than in the rock rubble. After a lot of hard work I reach the pass. The ridge is in even worse condition and I can't feel my fingers by now. The weather is only getting worse. In these conditions, the summit is out of the question and I am mainly worried about the descent from the summit. So I just cross the pass and will make a detour. This promises to be a long day where I had a short one in mind.
I will have to walk around via the valley behind the pass. The descent is again the same as the climb. Sliding through a rocky scree plain with cairns that try to show you the way in the snowy landscape. Never thought that I would be struggling in something like this 4 days before arrival. Once back below the snow line, the rain and wind continue. I am soaked and finding the detour via the GPS is a disaster with wet and frozen fingers. It is 2 p.m. and I still have 15 km and more than 1000 meters of elevation gain to go. I go full throttle to make sure I don't arrive with my headlamp on. From under the hood I am counting the raindrops and look up occasionally in the icy wind to not lose the path.
Another 3 mountain passes. The sun comes through but the wind continues. Everything goes in one go from here. No time for breaks and that's a shame because the surroundings are beautiful. The Pas du Mont Colomb (2548m) is a gem with a narrow pass where you descend behind it via a path built into rocks to the Refuge du Nice. At the mountain hut that is already closed but does have a winter room I push on to the next hut. 9km further the Refuge des Merveilles is still open and letting everything dry is the only thing I can think about now. Another 2.5 hours of sunlight so I take off my rain pants and continue. I almost hop through the mountain passes, Baisse du Basto (2693m) and Baisse de Valmasque (2549m). The beautiful Vallée des Merveilles behind it colors wonderfully against the setting sun. With still numb fingertips I still try to take a photo here and there. And then 2 km from the mountain hut it is time. It is getting too dark and the headlamp has to go on for a third time in this project. In the pitch dark at 8 pm I arrive at the hut. Warmth, getting dry and food. Tomorrow I should normally be able to see the sea if the weather is better.
(Friday 4/10) It has rained heavily so I am glad to have been able to sleep under a warm roof. The weather looks good but according to the hut warden it will remain changeable today. I am the first to leave the hut on my way to the crossing of the last peaks and rock ridge. The chamois watch me as I enjoy the climbs to the Cime des Lacs (2510m), Cime du Diable (2685m) and the Mont Capelet (2598m) and especially the crossing of the rock ridges in between. The clouds are stubborn and therefore no sea can be seen today.
And then as I crawl down the last peak, something sneaks up on me. Once on the GR52 or the Grand Traverse du Mercantour, the rocky landscape is gone. From here on it is green and grassland and the tree line is already in sight a little lower down. The last chamois wave me goodbye in the long grass. The deer that have started to bellow now that the deer rut is in full swing, provide the background music as the GR52 winds or carries me over the last ridges. The blueberry bushes that were coloured wine red, change into wild grey thyme bushes. The GR52 runs from here through the forests down to the village of Sospel, which is less than 300m above sea level. Sometimes in a setting of deciduous and pine forests as if it could be in the Ardennes and then further on with a Mediterranean touch. 32km and especially 3000 meters of descending elevation later I am in Sospel. It has been a long time since I was at this altitude. From here I still have to cross 2 mountain ridges towards the sea. That is the work for the next 2 days.
(Saturday 5/10) Beautiful weather. Today I will definitely see the sea. Exciting. My knees suffered yesterday with the 3000 meters of descent and I can feel it. So I put on support stockings to give them some extra support. Furthermore, there are only 16km and 1500 meters of elevation gain on the program so I take it easy. Starting with an extensive breakfast of coffee and croissants in the local bakery.
From Sospel it is up towards the last mountain ridges between me and the sea. Back to 1000m and I am not sad about it. It feels strange to walk around even in a medium-sized village. Back in nature and that feels good immediately. Despite the knees, the body is working like crazy. Unbelievable after all it has endured and no matter how often I have felt it crack that it is still in the best shape of my life here today. Against the mountainsides I crawl up little by little into the sun and then it is time. In the Col du Farguet (1083m) it appears from behind the corner. The sea. I sit down next to it and stare. The tears do not come. The pride is certainly there but I had a harder time leaving the rock behind me yesterday. Without realizing it myself, I have already walked half of what I wanted to do today. An hour of flat rest with the sea in the distance and just daydreaming.
And then it goes through the canyon and a wild via alpina down through a Mediterranean landscape. The deciduous trees have made way for olive and fig trees. The rhythm is going at a dead easy pace and the head is completely empty. I didn't expect the latter. I expected more emotions after such a long time but it feels a lot like the hard drive has crashed and it is the result of too much discharge at once.
Today I won't go that far. Still to the top of the Pic de Baudon (1265m) to spend the last night above 1000m in the tent with a view of Monaco. The body keeps going like a madman and the last 700 meters of elevation gain are gone in no time. Fortunately there is and they predict almost no wind at the top. The tent fits perfectly and the view of the coastal cities is great. When the cloud cover closes, the temperature drops. Last time in the tent and cooking from the sleeping bag. I will arrive tomorrow.
(Sunday 6/10) The last day. I can already wake up with a great sunrise over the sea that colors the sky red. I didn't see them much in the mountains, except on the alpine routes that started late at night. I enjoy the view while I eat the last portion of oatmeal with raisins from my sleeping bag. Crawl out and stuff the household into my backpack for the last time. It can be taken out again the day after tomorrow to be properly disinfected. Another 17km to the coast in Monaco. Against the mountain slopes of the Cime de Cariglian (1107m) and the Cime des Cabanelles (1089m) it gradually goes down to La Turbie. In one go there are 12km.
In the local bakery I meet 2 hikers who are also queuing for croissants. They are on their way to Istanbul. Strangely enough, I am itching to move on. We go for a coffee together to ask each other about everyone's projects. After I lose track of time, I apologize for having to move on quickly. My welcome committee is waiting at the Place du Palais. I continue along the Via Alpina, which also arrives here. The path continues high up to the sea and then it dives down to Monaco. In the fashionable city I make my way through the maze of concrete and then it is the last climb up the stairs to the old city. And there they are. My parents. They come to pick me up and since they taught me to walk and have experienced the past months very intensely with me, it is more than appropriate that I walk the last kilometre of this project with them. No sooner said than done and after flying into each other's arms, we set off on the last kilometre to the sea.
On the way we pass the cathedral to ritually light a candle for a good outcome, just like I did in Muggia at the start. And then it is off to the sea. It is also a tradition to swim in the sea where I started and arrived. Before I end up in the water, the realisation begins to seep in that it is over. The past almost 6 months my life has been determined by the absolute ‘basics’; sleeping, eating, moving forward safely and all the assessment and planning that came with it. It’s getting a bit much for me sometimes. Undress and dive from the quay. It’s over. Hitting the water is jubilant. 2576km and 166,612 meters of elevation gain but above all…
… an experience never to be forgotten
… infinite thanks to everyone I was allowed to cross in this project, take along on my path, advise me and/or support me in any way possible.
Mountain greetings from Monaco and see you soon!