(13) Bagging (at least one) 4000m peak (twice) in Walliser Alps (Part 2) 6/08 - 12/08

meer foto's op fatmap (zie link in tekst)

————— NL version (ENG version below) —————

(Dinsdag 6/08) Nog 2 maanden te gaan. Binnen exact 2 maanden hoop ik s’avonds aan te komen aan de kust van Monaco. Het vliegt, moet ik eerlijk zeggen. Maar dat zal wel veel te doen hebben met het feit dat ik hier ook geen dag stil zit. De extra rustdag was ook weer goed gevuld met opvolgen van zaken in België. Nico is gisteren aangekomen uit Chamonix waar ie al twee dagen is gaan acclimatiseren. Hij beklom er Mont Blanc du Tacul waarop er een dag later een serac (ijsluifel in de bergflank) instortte wat één dode, vier gewonden en nog 2 vermisten veroorzaakte. Het gebeurde ongeveer om 3 uur ‘s ochtends. Net het moment waarop iedereen die de top wil beklimmen al even in de route zit. Seracs zijn een grote ‘watch-out’ voor alpinisten want ze hangen als een zwaard van Damocles in de bergflank en als je er langs moet, kan je maar beter stevig door klimmen om zo snel mogelijk uit de gevarenzone te zijn. Als dat maar geen voorbode is voor deze etappe. 

Met Nico klim ik nu al enkele jaren en we weten zeer goed wat we aan elkaar hebben. Vorig jaar deden we in september nog een poging op de Matterhorn maar door verse sneeuwval moesten we die poging staken aangezien het niet altijd eenvoudig is om de juiste route aan te houden en je heel hard afhangt van de sporen van anderen. Nico voelt zich niet 100% maar wil er toch tegen aan gaan. Sowieso beginnen we met een rustige aanloopdag richting Hornlihutte waarbij we tijd zat hebben om onderweg alle technieken nog eens stevig op te frissen. 

Aan de Matterhorn gletsjer waar je tot 4 jaar geleden nog prachtig door de gletsjergrotten kon wandelen maar nu bijna alles verdwenen is, houden we 1,5 uur halt om alle technieken aan bod te laten komen. Alle technieken zitten er nog perfect in, dus trekken we op ons gemak door tot aan de hut aan de voet van de iconische Hornligraat van de Matterhorn. Deze keer is het doel om hem via de Hornligraat aan Zwitserse zijde te beklimmen en af te dalen aan de Italiaanse zijde via de zogenaamde Leeuwengraat. Om 15u zijn we aan de hut en we kruipen nog even het bed in want om 3u ‘s ochtends zal het ontbijt zijn. Daarna mogen Zwitserse gidsen als eersten vertrekken. Dan de buitenlandse gidsen en pas daarna wij, de gids-lozen. Het ontbijt valt een uur vroeger dan normaal want men verwacht dat het weer in de namiddag kan omslaan en dan ben je best al stevig bezig aan de afdaling. Hopelijk verbetert dat nog qua weersverwachting. 

https://fatmap.com/adventureid/150549662/m098-6-08-w


(Woensdag 7/08) Om 2u50 gaat de wekker en haasten we ons naar beneden om snel te ontbijten. Gezien de weersverwachtingen zullen er slechts een 30-tal klimmers zich aan de klim wagen. Een beperkt aantal als je weet dat de hut plaats heeft voor 120 klimmers. De weersverwachtingen zijn alvast gebleven wat ze zijn en het slechte weer is slechts met een uurtje naar achter geschoven. Niet ideaal dus maar we gaan het er toch op wagen. Het zou vooral op de namiddag slaan en dan zouden we de afdaling aan Italiaanse zijde al ingezet moeten hebben. 

De Zwitserse gidsen staan om klokslag 3u15 met hun klanten te drummen aan de deur om als eersten te mogen vertrekken. Om 3u20 gaat de deur open en stormen ze richting de start van de graat. Wij vertrekken zoals het op de Matterhorn betaamd achteraan in de trein van hoofdlampen in het pikkedonker. In het donker is het niet evident om steeds de route, die vaak vertakt is met foute routes, aan te houden. Gelukkig klimt een oudere gids achter ons met een tragere klant en die fluit ons nu en dan terug en zet ons weer op het juiste spoor. 

Onderweg, als onze hoofdlampen even tegen de flank aan dansen, komen we een paar vermoeide en ineengekrompen schimmen tegen. Een paar Oost-Europeanen heeft de nacht op de berg doorgebracht omdat ze ofwel niet tijdig beneden zijn geraakt of liever bivakkeerden om de dure Hornli Hütte te vermijden. In het flitsende licht van onze hoofdlampen zien ze er afgepeigerd uit en kan je hun plan, wat het ook was, toch maar bedenkelijk noemen. We duwen alvast verder door in de route in het pikkedonker. In een poging om een zekering aan te brengen, verliest Nico zijn afdaalapparaat. Het ding klettert langs de rotsen naar beneden. Niet handig maar we kunnen het oplossen met andere touwtechnieken, dus geen reden om de poging te staken. 

Aan de Solvay Hütte op 4000m, het enigste noodbivak op deze route, houden we even halt. De opkomende zon is op deze hoogte een pracht voor het oog en legt een warme gloed over de toppen waar ik vorige week ben doorgeklommen. Het is nu bijna 7u en we zijn 3u30 non-stop onderweg in de klim. Een klein uurtje achter op de planning maar ook niet moeilijk aangezien we met meer materiaal klimmen dan de doorsnee alpinist die hier enkel naar boven en terug naar beneden gaat richting de Hornli Hütte. Voor ons ligt het eindpunt in een bivak plaats achter de top en dat betekent dus meer materiaal meezeulen. We pauzeren kort aan de Solvay Hütte om te eten en te drinken. De hut werd gebouwd in 1917, 52 jaar na de eerste beklimming van de Matterhorn en vernoemd naar de Belgische chemicus en bergbeklimmer, Ernest Solvay, die 20.000 Zwitserse Franken doneerde om ze te laten bouwen. De Wereldoorlog gooide roet in het eten want bij de opening in 1917 kon Solvay er zelf niet bij zijn. 

Met de nodige calorieën en vloeistof binnen zetten we door op de route die nu voor de volgende meters iets technischer wordt. 100m boven de hut en nog 300m tot aan de top komen we de eerste gidsen op hun terugweg tegen. De klanten zien er afgepeigerd uit. De gidsen sleuren hen door de route zodat de gidsen zelf maximaal kunnen recupereren om morgen nog eens hetzelfde traject te doen met een volgende klant. Voor een bedrag van 1500 tot 2000 Zwitserse Franken voor een tweedaagse beklimming, inclusief acclimatisatie, zit er een hoop geld in deze berg. Ook in de afdaling jagen de gidsen voortdurend hun klanten voor hen uit en is het voor ons vooral naar boven kijken om losgetrapte stenen te vermijden en te kijken of klimpassages vrij zijn. 

Nog 100m hoger verslechteren het weer en de wolken rond de top en hoewel volgens de radar het eerste weerfront ons op een haar na zou passeren, nemen we de tijd om de nodige afwegingen te maken. Zeker omdat we de afdaling aan de andere kant nog voor de boeg hebben en die is nog langer dan deze graat. Na een tijdje alles in beschouwing te hebben genomen, besluiten we om terug af te dalen en terug te keren naar de Hornlihutte. Het voelt ongelofelijk zuur aan maar tja, dat zijn de bergen. De condities in de bergen heb je niet altijd in de hand maar of je in de miserie terecht komt of niet, dat wel. De beslissing wordt bevestigd als we een klein half uurtje later de voorspelde lichte sneeuwbui op onze kop krijgen. Gelukkig licht zodat de rotsen eerder droog blijven voor de afdaling. 

De afdaling gaat hier en daar nog trager dan het stijgen aangezien we alles moeten afklimmen en afzekeren. Het is net zoals in een boom klimmen. Je geraakt er gemakkelijk in maar niet altijd even gemakkelijk weer uit. Gestaag vorderen we terug naar beneden op de graat. We doen er nog eens een dikke 3 uur over om beneden te geraken. Onderweg komen we nog een Poolse klimster tegen die de nacht in de Solvay Hütte heeft moeten doorbrengen nadat ze solo naar de top klom op haar sportschoentjes. Ze ziet er uitgeteld en hulpeloos uit en dus de ideale cocktail om hier een ongelukkige val te maken. Ik zeg dat ze mee op ons touw kan inbinden om het laatste stuk van de afdaling op een veilige manier verder te zetten. Het is een lichtpuntje in haar onverantwoorde onderneming. Om 11u30 zijn we alle drie veilig terug aan de hut. We eten, drinken en kruipen terug het bed in. Morgen poging 2 bij alvast beter weer. 

(Donderdag 8/08) Poging 2. De weersvoorspellingen zijn een stuk beter dan gisteren en dat is te merken aan de boekingen in de hut. Die zit tot aan de nok vol met alpinisten. Er zullen dus gemakkelijk een honderdtal klimmers in de route zitten vandaag. Om in de chaos zeker geen achterstand op te lopen door opstoppingen zetten we de wekker om 3u30. Iets later door het goede weer en dus ook iets sneller een zonsopgang die ons minder fout moet doen klimmen in het donker. Maar aangezien het poging 2 is hebben we gisteren verwarrende passages ook al goed gememoriseerd. 

De start verloopt in de gebruikelijke volgorde. We starten in de laatste wagon van de trein en aan de eerste horde is het al aanschuiven tot we de eerste steile muur mogen inklimmen. De route in het donker terugvinden gaat geweldig. We weten nog exact waar we welke afslagen moeten nemen. Verder is het opnieuw genieten van de zonsopgang in onze rug die de notoire toppen van het Monte Rosa massief in een oranje gloed legt. We klimmen aan een strak tempo en in een mum van tijd en een uur sneller dan de dag ervoor zijn we aan de Solvay Hütte. Opnieuw een stop voor eten en drinken alvorens we aan de finale klim naar de top beginnen. Het weer is perfect en er is geen wolk te bespeuren. We duwen door voorbij het punt waar we gisteren rechtsomkeer maakten en trekken aan de start van de sneeuwkap op de iconische gekantelde kop de stijgijzers aan. De sneeuw is nog zwaar verijsd en het is dus erin hakken met de ijsbijlen om extra houvast te krijgen. 

Ondertussen zijn de Zwitserse gidsen die als eerste mochten vertrekken al op de terugweg van de top en dat zorgt voor een ongeziene chaos met schreeuwende gidsen en onzekere klanten in de route terwijl wij ons een weg naar boven proberen te banen. In de klimpassages krijgen we voortdurend los getrapt ijs van boven ons op ons dak en is het uitkijken wanneer er even geen gids met klant naar beneden komt om een passage te kunnen doorklimmen. Als we heel het tafereel aanschouwen terwijl we wachten, zijn we toch content dat we dit zelfstandig kunnen klimmen en niet als een hond aan een leiband meegesleurd worden. 

Het is 9u30 als we na 5 uur klimmen op de Zwitserse top bij het standbeeldje van Sint-Bernardus (4478m) staan. Het is ons eindelijk gelukt. Derde keer (na ook een poging in september 2023), goede keer. Aangezien de top op de grens tussen Zwitserland en Italië ligt, zijn er 2 toppen. De Italiaanse top ligt echter een meter lager maar draagt wel het kruis waarmee bergtoppen aangeduid worden. Dus steken we de sneeuwgraat op de top over tot aan het Carrel kruis op de Italiaanse top. Het kruis draagt de naam van Jean-Antoine Carrel die de berg als eerste van de Italiaanse zijde beklom. De iconische berg was aan het einde van de 19de eeuw een toneel van een verwoede strijd tussen Carrel en de Engelsman, Edward Whymper, om hem als eerste te beklimmen. Hoewel ze eerst afspraken om hem samen langs de Italiaanse zijde te beklimmen, muisde Carell er toch vanonder richting top terwijl Whymper nog sliep. Een woedende Whymper besloot dan om de top langs de Zwitserse zijde te beklimmen. De twee klimmers met elk hun klimteams duwden zo simultaan elk langs hun eigen zijde door naar de top in juli 1865. Uiteindelijk was het Whymper die de top als eerste bereikte. 

Alvast geen wrevel hier. Maar samen genieten we ten volle van de top en zijn we uitgelaten dat het ons eindelijk gelukt is. Als toemaatje mogen we ook meegenieten van het bereiken van de top door twee Britten met wie we gisteren de kamer deelden in de Hornli Hütte, Harry en Barry. Harry verloor zijn vader toen die 60 was en een van de laatste foto’s die hij heeft van zijn vader is er een van bij het Carell kruis. Op de verjaardag van wijlen zijn vader wilde hij dus dezelfde foto maken aan het kruis. Ze komen een kwartier na ons aan op de top. Harry barst in tranen uit aan het kruis. We zijn alle vier gepakt en stil. De gekende Britse humor brengt Harry snel terug aan het grappen en met een hoop high fives, fist bumps en gemeende handdrukken feliciteren we elkaar en delen we het moment.

En dan trekken zij terug langs waar ze omhoog zijn geklommen en zetten wij onze oversteek verder. We dalen af via de Italiaanse zijde. Een lange afdaling die normaal gezien nog eens 5u30 in beslag zou moeten nemen. De oversteek wordt echter vooral van Italiaanse naar Zwitserse zijde gedaan omdat net afdalen via de Italiaanse zijde geen sinecure is. De eerste secties gaan vlekkeloos maar de rots is te steil om af te klimmen en dus moeten we herhaaldelijk rappels opzetten om langs het touw af te dalen. Het kost enorm veel tijd door alle touwhandelingen en gestaag vorderen we over de steile rotsgraat die ook wel de Leeuwengraat genoemd wordt. Als we aan het horizontale deel van de rotsgraat richting de Pic Tyndall (4241m) aankomen, is het even balanceren over een smal sneeuwbruggetje dat in een breuk in de graat hangt om door te trekken naar de Pic Tyndall. Tot hier gaat alles goed en zitten we slechts een dik uur achter op de planning. Als we echter beginnen afdalen van op de Pic Tyndall naar de onbemande hut op de rotsgraat, de Refugio Carell, van waaruit de beklimming richting top aan Italiaanse zijde start, gaan we figuurlijk de mist in. We geraken de route, die soms op de rotsgraat ligt en dan weer niet, herhaaldelijk kwijt en het doet ons meermaals heen en weer klimmen. Het kost ons veel tijd en energie. De refugio is dicht voor onderhoud en de route is nog niet zo lang open dit seizoen. We zitten er dus compleet alleen in en hebben geen andere touwgroepen om op af te gaan. 

Als we uiteindelijk na veel heen en weer klimmen de onbemande hut bereiken houden we er even halt. Het is 17u en ondertussen 7u later dan toen we op de top vertrokken. We zijn nog niet thuis want ook hier hangen we nog steeds ergens rond de 4000m. Het initiële eindpunt, de Bivacco Novella, halen verder op de rotsgraat om van daaruit de volgende dag de Dent d’Herens (4171m) te beklimmen is nu geen optie meer. 2 klimpogingen op de Matterhorn en deze afdaling hebben er zwaar op ingehakt bij ons beiden. Het eindpunt hebben we dus verlegd naar de Abruzzi hut die we al kunnen zien van hieruit maar nog zoveel lager ligt. We schrapen alle moed bijeen en kruipen verder in de afdaling waarbij het continu spoorzoeken blijft om niet van de route af te wijken. 

Het is uiteindelijk 19u30 als we aan de hut aankomen nadat we door een eindeloos steenpuinveld zijn moeten doorsteken. Ook daar bleven we het pad bijster. Steenmannetjes zouden het aangeven maar knipper met je ogen en je bent ze kwijt en zo ook het pad. Ook de gps was geen hulp in de woestijn aan steenpuin. 15 uur zijn we onderweg geweest en stikkapot maar dit nemen ze ons nooit meer af. De huttenwirtin neemt ons onder haar vleugels en zorgt dat we goed te eten en te drinken hebben. Ze legt ons te slapen bij een paar klimmers die de volgende dag de Matterhorn zullen beklimmen langs deze zijde. Een 8 uur durende klim en dan mag je nog afdalen. Morgen herbekijken we de route want van de voorbije 2 dagen gaan we even moeten bekomen met wat rustigere klims. 

https://fatmap.com/adventureid/150549975/m099-d-8-08-w

(Vrijdag 9/08) De triceps zijn stijf en uit het stapelbed klimmen, herinnert pijnlijk aan wat we de voorbije twee dagen te verduren hebben gehad. We gaan dus wat wandelen in de komende twee dagen om de lichamen te laten herstellen. Een vallei verder ligt de Tour du Cervin die we een stuk kunnen volgen om terug op de route te geraken. We zullen zo enkele toppen niet doen maar tja je moet altijd iets over laten om naar terug te keren. De Tour du Cervin omcirkelt met zijn 148 kilometers en 13.000 hoogtemeters volledig de Matterhorn doorheen Italië en Zwitserland. Op ons gemak en na uitgebreid ontbeten te hebben, beginnen we eraan om 9u30. 

Het eerste stuk van de tocht verloopt dalend tot plat en geweldig mooi. Voldoende tijd om te tetteren en na te genieten met de Matterhorn in onze rug. Het is de onze en die pakken ze ons niet meer af. En dan is het menens geblazen. We hebben een kleine 1300 hoogtemeters voor de boeg en de eerste 1000 ervan vallen in de volgende 2 kilometer naar de Col de Vofrède (3121m). Een oude morene leidt ons steil omhoog naar een rotsgraat die gespijkerd is met via ferratas die ons nog steiler omhoog leiden tot net voor de col. Erachter ligt het doel, de Tour du Cervin. Het is hard werken om tot in de col te geraken en de alpiene inhoud van de rugzak, met al het ijzerwerk dat erbij komt kijken, samen met het 50m touw op de schouders weegt. Maar we gaan niet flauw doen want we slaan 2 zware klimroutes over in de initiële route, dus hier gaan we niet over zeuren. Moe en een beetje onder de indruk van het profiel van de tocht komen we aan in de col. Erachter is het door het steenpuin afdalen tot aan de refugio Perucca aan het azuurblauwe Gran Lago. Een zicht dat de zware klim snel doet vergeten. Ik had Nico een cola beloofd in de hut en die krijgt ie. 

We zitten nu op de Tour du Cervin en vatten verder aan naar de laatste col van de dag, Colle de Valcournera (3075m). Opnieuw is het door het steengruis van de morene trappen en een laatste via ferrata tot aan de col. De Tour du Cervin is zo een meer technische route dan bijvoorbeeld de tour du Mont Blanc en dat is te merken aan een zeer beperkt aantal bergwandelaars op de route. De afdaling achter de col tot aan de Refugio Prarayer aan het stuwmeer van de Place Moulin zou nog 2u30 in beslag nemen volgens de wegwijzers. Dat lijkt me ruim genomen en aan een rotvaart dalen we af door het steenpuin in de bergflank. Onderweg komen we nog een gestrand Brits gezin tegen dat niet zo goed weet of ze nu om 16u45 nog aan de steile klim naar de col zouden beginnen of de 6km die wij voor de boeg hebben en waar zij al een hele dag tegen een te traag tempo aan bezig zijn zouden teruglopen. We leggen hen de opties uit, maar laten de beslissing aan hen over. Bij ons gaat de automatische piloot aan in de rest van de afdaling tot aan de hut. We klaren de klus op 1u55min. Half uurtje gewonnen voor apero, genieten van goed eten en een mooie zonsondergang. Een lange en alsnog zware dag maar morgen hebben we opties in functie van hoe we ons voelen. We zullen er alvast vroeger aan beginnen dan vandaag. 

https://fatmap.com/adventureid/150550096/m103-1-d-10-08-w

(Zaterdag 10/08) We staan proper vroeg op om snel in de Col de Collon (3074m) te kunnen zijn en nog goede condities te hebben op de Arolla gletsjer voor een doorsteek naar de Cabane des Vignettes. De tracker zit echter domweg zonder batterij, dus we moeten wachten tot ie opgeladen is. Het duurt me te lang, dus hang ik hem aan de powerbank in de rugzak zodat we snel kunnen doorzetten op de route richting col de Collon. 

Een hoop hoogtemeters voor de boeg vandaag maar gelukkig liggen ze minder agressief en is het stelselmatig stijgen. Aan de riffugio nacamuli houden we een eerste keer halt. Nog slechts 275hm van de 1200hm tot aan de col de Collon. De hut van de Italiaanse alpenvereniging ligt er zeer doods bij. Op de tour du cervin kom je niet al te veel volk tegen ook. Geweldig verdienen zullen ze hier dus niet doen. Wat suikers binnen en we steken het laatste stuk door tot aan de col. Eens in de col zitten we terug op de initiële route en kunnen we doorsteken via de col de l’Evêque over de Arolla gletsjer tot aan het eindpunt van de dag, de Cabane de vignettes. Nico is geen fan van gletsjers en de gletsjerspleten die er mogelijks kunnen liggen. Dat is een gevolg van mijn val 7 meter diep vorig jaar in een gletsjerspleet toen we samen aan de Breithorn (4164m) waren. Ik verzeker hem dat ik de juiste gpx heb en dat als we die volgen we perfect tussen de spleten zouden moeten kunnen navigeren. Zo gezegd zo gedaan en ik neem de kop met hem aan het touw achter me om de juiste richting aan te geven. 

Hoewel ze me hadden gezegd in de hut dat er veel volk deze route nog doet, zie ik bijster weinig sporen in de sneeuw. Het is dus voortdurend de gps in de gaten houden om de route aan te houden. Achter de col ligt de moeilijkste passage. Daar  is het een waar mijnenveld aan spleten. De sneeuwbruggen die erover liggen zijn aan hun laatste weken bezig in deze hitte. De isotherm (vriesniveau) ligt al enige tijd boven de 4000m, dus hier op 3000m is het smelten geblazen. De zware sneeuwval in de lente waar ik in Slovenië en Oostenrijk meermaals getuige van was, had bij glaciologen het optimisme opgewekt dat het de afname van de gletsjers wel eens zou kunnen afremmen dit jaar of zelfs in het beste geval de gletsjers terug in massa zou kunnen doen toenemen. Dat optimisme is letterlijk en figuurlijk verdwenen als sneeuw voor de zon. De zomerse hitte in juli en nu ook in augustus heeft de sneeuw sneller doen smelten dan verwacht. Op sommige plekken smolt zelfs 4 meter aan sneeuw weg op 6 weken tijd. Het vele Saharazand dat richting Alpen waaide, hielp ook niet en versnelde het gehele proces https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/08/06/gletsjer-gletsjers-zwitserland-smelten-sneeuw/. Voor ons betekent dat zoeken naar de stevigste sneeuwbruggen om over de breed gapende gletsjerspleten te geraken. Eens er voorbij lopen we in het zadel van de gletsjer en daar kom je amper spleten tegen maar enkel poelen van smeltend ijs. De vele sneeuw die in het voorjaar viel is hier al lang gesmolten en de toplaag van de gletsjer is nu aan de beurt, geholpen door het vele Saharazand dat er nog op ligt. Hier is het ok traverseren maar op de bergflanken brengt dit een extra uitdaging aangezien de ijsvelden bloot komen te liggen en ze met meer risico over te steken zijn door de helling ervan.

Beetje verder kruipen we van de gletsjer af en is Nico opgelucht. We lessen onze dorst aan een stroompje smeltwater na de bakplaat te zijn over gestoken. Nog een klein stuk door een steenpuinveld omhoog klauteren en passeren langs de aanlooproute voor morgen en we zijn aan de Cabane de Vignettes die tegen de rots plakt in het zadel van de gelijknamige col. Ze verwachten ons pas morgen maar ik had gisteren al even gehoord  of ze nog plaats hadden. Allemaal geen probleem. Hoewel het weekend is, zit er amper volk in de hut. Het personeel snapt het ook niet want de condities en het weer zijn nog ok. We rusten nog een paar uur en zullen morgenvroeg om 5u de oversteek over 2 toppen maken tot aan de volgende hut. 

https://fatmap.com/adventureid/150550162/m103-2-d-10-08-w

(Zondag 11/08) Een afgrijselijke nacht doordat ik te laat op de namiddag nog in slaap viel. Desalniettemin gaat de wekker onverbiddelijk om 4u om nog goede condities te hebben voor de oversteek. Met zware benen beginnen we aan de klim naar Pigne d’Arolla (3787m). De klim is pittig met dit lood in de schoenen maar desondanks staan we in de vroege ochtendzon bovenop de top. We beslissen om de Mont Blanc de Cheilon (3870m) die een col verder ligt en eveneens op het programma stond over te slaan. De lichamen willen niet mee vandaag en we kunnen beter inzetten op de oversteek van morgen want dan moeten we absoluut in de volgende vallei geraken. We dalen dus via de Cheilon gletsjer en zijn mijnenveld aan gletsjerspleten af naar Cabane des Dix. Een namiddag rust om morgen over de rots- en sneeuwgraat van La Luette (3548m) en Le Pleureur (3703m) te geraken.

https://fatmap.com/adventureid/150550343/m105-12-08-w

(Maandag 12/08) Opnieuw vroeg aan de bak om 4u om de hitte voor te zijn. Vanuit de hut gaan we richting de gletsjer aan de voet van La Luette. Boven ons flitsen de vallende sterren van de Perseïden. Een ware meteorenregen die overgaat in een prachtige zonsopgang. Als de zon net komt piepen, staan we op de top van La Luette met een buitengewoon uitzicht op het terrein en de toppen die we de voorbije week overwonnen hebben. 

Via de rotsgraat tussen de 2 toppen dalen we eerst af en klimmen daarna terug omhoog. Na wat licht klimwerk komen we terecht op de top van Le Pleureur en tevens ook de laatste top van deze etappe. Opnieuw is het genieten van het werk dat achter ons ligt met vooral in de verte de Matterhorn die als een kathedraal boven alles uittorent. 

De afdaling van de top van Le Pleureur via de rotsgraat is tevens het hoogstgelegen bergpad in de Alpen. Het is relatief goed gemarkeerd als je vanuit het dal naar boven klimt maar voor ons is het wederom een sporenzoektocht. In de graat en bergflank die met niks anders dan steenpuin bedekt is, lijkt alles op een pad. De steenbokken die er huizen helpen ook niet en hebben verscheidene alternatieve routes aangelegd. 

Uiteindelijk na veel zoeken en 1900 hoogtemeters te zijn afgedaald, geraken we met krakende knieën tot aan het stuwmeer, Lac du Mauvoisin, beneden in de vallei. Op de dam geraken blijkt de laatste horde in deze etappe want via de rots is er nergens een pad. We zetten dus de laatste rappel op langs de rotswand en als we op het beton van de dam terechtkomen, zit de etappe er officieel op. Wat een tocht. Nu even rust en dan…

 (https://fatmap.com/adventureid/150550343/m105-12-08-w)

Op naar Monaco!

Bergse groeten en tot snel! 

————— ENGLISH VERSION —————

(Tuesday 6/08) Still 2 months to go. In exactly 2 months I hope to arrive at the coast of Monaco. Time flies, I have to be honest. But that will probably have a lot to do with the fact that I don't sit still for a day here either. The extra rest day was also well filled with following up on matters in Belgium. Nico arrived yesterday from Chamonix where he had already been acclimatizing for two days. He climbed Mont Blanc du Tacul there, where a serac (ice canopy in the mountainside) collapsed a day later, causing one death, four injuries and 2 missing people. It happened at around 3 o'clock in the morning. Just the moment when everyone who wants to climb the top is already in the route. Seracs are a big 'watch-out' for mountaineers because they hang like a ticking time bomb in the mountainside and if you have to pass them, you better go fast to get out of the danger zone as quickly as possible. Let's hope that's not an omen for this stage.

I've been climbing with Nico for a few years now and we know very well how each of us ticks. Last year we made an attempt on the Matterhorn in September but due to fresh snowfall we had to abandon the attempt as it is not always easy to keep to the right route and you depend a lot on the tracks of others. He doesn't feel 100% but still wants to go for it. In any case, we start with a quiet approach day towards the Hornlihutte where we have plenty of time to refresh all the techniques along the way.

At the Matterhorn glacier where you could walk beautifully through the glacier caves until 4 years ago, we stop for 1.5 hours to go through all the techniques again. All the techniques are still perfectly known so we continue to the hut at the foot of the iconic Hornli ridge of the Matterhorn. This time the objective is to climb it via the Hornli ridge on the Swiss side and descend on the Italian side via the so-called Lion's Ridge. We arrive at the hut at 3 p.m. and crawl into bed for a while because breakfast will be at 3 a.m. After that, Swiss guides are allowed to leave first. Then the foreign guides and only then us, the guideless. Breakfast is an hour earlier than normal because in the afternoon it is expected that the weather can change and then we should already be in the descent. Hopefully the weather forecast will improve a bit. 

https://fatmap.com/adventureid/150549662/m098-6-08-w 

(Wednesday 7/08) At 2:50 am the alarm goes off and we rush down to have a quick breakfast. Given the weather forecast, only about 30 climbers will dare to climb. A limited number if you know that the hut has room for 120 climbers. The weather forecast has remained what it is and the bad weather has only been postponed by an hour. Not ideal, but we are going to give it a try anyway. It would mainly be in the afternoon and then we should have already started the descent on the Italian side.

The Swiss guides are standing with their clients at the door at 3:15 am sharp to be the first to leave. At 3:20 the door opens and they storm towards the start of the ridge. As befits on the Matterhorn, we leave at the back of the train of headlamps in the pitch dark. In the dark it is not easy to always keep to the route that is often branched with wrong routes. Fortunately we have an older guide climbing behind us with a slower client who corrects us now and then and puts us back on the right track.

On the way, when our headlamps dance against the side, we come across a few tired and shrunken shadows. A few Eastern Europeans have spent the night on the mountain because they either didn't get down in time or preferred to bivouac to avoid the expensive Hornli Hütte. In the flashing light of our headlamps they look exhausted and you can only call their plan, whatever it was, questionable. We push on further along the route in the pitch dark. In an attempt to install a belay, Nico loses his descent device. The thing clatters down the rocks. Not ideal but we can solve it with other rope techniques so no reason to abandon the attempt.

At the Solvay Hütte at 4000m, the only emergency bivouac on this route, we stop for a moment. The rising sun at this altitude is a beauty to behold and casts a warm glow over the peaks I climbed through last week. It is now almost 7am and we have been climbing for 3,5 hours non-stop. A little bit behind schedule but not too difficult since we are climbing with more gear than the average alpinist who only goes up and back down to the Hornli Hütte. For us the end point is behind the summit in a bivouac place on the ridge and that means lugging more gear. We take a break at the Solvay Hütte for food and drinks. The hut was built in 1917, 52 years after the first ascent of the Matterhorn and named after the Belgian chemist and mountaineer, Ernest Solvay, who donated 20,000 Swiss francs to have it built. The World War threw a spanner in the works because he could not be there at the opening in 1917.

With the necessary calories and fluids in our stomachs, we continue on the route that now becomes a bit more technical for the next meters. 100m above the hut and another 300m to the top we meet the first guides on their way back. The clients look exhausted as the guides drag them through the route so that the guides can recover as much as possible to do the same again tomorrow with another client. At 1500 to 2000 Swiss francs for a two-day climb, including acclimatization, there is a lot of money in this mountain. Also on the descent, the guides constantly push their customers ahead of them and for us it is mainly looking up to avoid loose stones and to see if climbing passages are free.

Another 100m higher the weather and the clouds around the summit deteriorate and although according to the radar the first weather front would pass us by a hair, we take the time to make the necessary considerations. Especially because we still have the descent on the other side ahead of us and that is even longer than this ridge. After taking everything into consideration for a while, we decide to descend again and return to the Hornlihutte. It feels incredibly sour but well, that's the mountains and you can't always control the conditions, but whether you end up in misery or not, that is fully in our control. The decision is confirmed when we get the predicted light snow shower on our heads half an hour later. Fortunately light so that the rocks stay dry for the descent.

The descent is even slower here and there than the ascent because we have to climb down and belay most of it. It is just like climbing a tree. You can get in easily but not always get down easily. We steadily progress back down the ridge and it takes us another good 3 hours to get down. On the way we meet a Polish climber who had to spend the night in the Solvay Hütte after climbing solo to the top in her trainers. She looks exhausted and helpless and therefore the ideal cocktail for an unfortunate fall here. I tell her that she can tie in with us on our rope to continue the last part of the descent safely. It is a ray of hope in her irresponsible undertaking. At 11:30 am we are all three safely back at the hut. We eat, drink and crawl back into bed. Tomorrow attempt number 2 with better weather conditions.

(Thursday 8/08) Attempt number 2. The weather forecast is already a lot better than yesterday and that is noticeable in the bookings in the hut. The latter is full to the brim with mountaineers. So there will easily be a hundred climbers on the route today. In order not to fall behind in the chaos due to traffic jams, the alarm goes off at 3:30 am. A little later because of the good weather and therefore also a little earlier a sunrise that should make us climb less wrong in the dark. But since it is attempt number 2, we have also memorized yesterday's confusing passages well.

The start proceeds in the usual order. So we start in the last carriage of the train and at the first hurdle we already have to queue until we are allowed to climb the first steep wall. Finding the route again in the dark is going well. We still know exactly where we have to take which turns. Furthermore, we can once again enjoy the sunrise in our backs, which casts an orange glow on the notorious peaks of the Monte Rosa massif. We climb at a brisk pace and in no time and an hour faster than the day before, we are at the Solvay Hütte. Once again, it is a stop for food and drinks before we start the final climb to the top. The weather is perfect and there is not a cloud to be seen. We push past the point where we turned around yesterday and put on our crampons at the start of the snow cap on the iconic tilted head of the Matterhorn. The snow is still heavily iced up and so we have to use our ice axes to get extra grip.

In the meantime, the Swiss guides who were allowed to leave first are already on their way back from the top and that causes unprecedented chaos with screaming guides and uncertain customers on the route while we try to make our way up. In the climbing passages we constantly get loose ice from above us on our heads and we have to watch out when a guide with a client does not come down to be able to climb a passage. When we look at the whole scene while we wait, we are happy that we can climb this independently and not be dragged along like a dog on a leash.

9:30 and 5 hours of climbing later we are on the Swiss summit at the statue of Saint Bernard (4478m). We finally made it. Third time is a charm (after another attempt in September 2023). Since the summit is on the border between Switzerland and Italy, there are 2 summits. The Italian summit is one meter lower, but it does bear the cross used to indicate mountain peaks. So we cross the snow ridge on the summit to the Carell cross on the Italian summit. The cross bears the name of Jean-Antoine Carell, who was the first to climb the mountain from the Italian side. At the end of the 19th century, the iconic mountain was the scene of a fierce battle between Carell and the Englishman, Edward Whymper, to be the first to climb it. Although they initially agreed to climb it together from the Italian side, Carell nevertheless sneaked off towards the summit while Whymper was still asleep. An angry Whymper then decided to climb the summit from the Swiss side. The two climbers with their climbing teams pushed simultaneously each on their own side to the summit in July 1865. Ultimately, it was Whymper who reached the summit first.

No resentment here. But together we fully enjoy the summit and are elated that we finally succeeded. As an added bonus to the experience, we are also allowed to be part of the summiting experience by two Britons with whom we shared a room yesterday in the Hornli Hütte, Harry and Barry. Harry lost his father when he was 60 and one of the last photos he has of his father is one of him at the Carell cross. On his late father's birthday he wanted to take the same photo at the cross. They arrive at the summit fifteen minutes after us and Harry, who bursts into tears at the cross, gets all of us quiet. The well-known British humor quickly brings Harry back to joking and with a lot of high fives, fist bumps and sincere handshakes we congratulate each other and share the moment.

And then they retreat from where they climbed up and we continue our crossing. We descend via the Italian side. A long descent that should normally take another 5,5 hours. However, the crossing is mainly done from the Italian to the Swiss side because descending via the Italian side is no easy task. The first sections go smoothly but the rock is too steep to climb down and so we have to repeatedly set up rappels to descend along the rope. It takes a lot of time because of all the rope handling and we steadily progress over the steep rock ridge that is also called the Lion's Ridge. When we arrive at the horizontal part of the rock ridge towards Pic Tyndall (4241m), we have to balance for a while on a narrow snow bridge that hangs in a break in the ridge and continue to Pic Tyndall. Up to here everything goes well and we are only a good hour behind schedule. However, when we start descending from Pic Tyndall to the unmanned hut on the rock ridge, the Refugio Carell, from where the climb towards the summit on the Italian side starts, we figuratively go into the fog. We repeatedly lose the route that is sometimes on the rock ridge and sometimes not, and it makes us climb back and forth several times. It costs us a lot of time and energy. The refugio is closed for maintenance and the route has not been open for very long this season. So we are completely alone and have no other rope groups to base ourselves upon.

When we finally reach the unmanned hut after a lot of climbing back and forth, we stop there for a while. It is 5 pm and now 7 hours later than when we left the summit. We are not home yet because here too we are still hovering somewhere around 4000m. Reaching the initial end point, the Bivacco Novella, further up the rock ridge to climb the Dent d’Herens (4171m) the next day is no longer an option. 2 attempts to climb the Matterhorn and this descent have taken their toll on both of us. So we moved the end point to the Abruzzi hut, which we can already see from here but is much lower down in the valley. We have to gather all our courage and continue the descent, constantly searching for the tracks to avoid deviating from the route.

It is finally 7:30 pm when we arrive at the hut after having to cross an endless field of rubble where the path was also easily lost. Cairns would indicate it, but blink and you will lose them and so will the path. The GPS was also no help in the desert of rubble. We have been on the road for 15 hours and are exhausted, but they will never take this away from us. The huttenwirtin takes us under her wings and makes sure we have good food and drinks. She puts us to sleep with a few climbers who will climb the Matterhorn from this side the next day. An 8 hour climb and then you still have to descend. Tomorrow we will review the next stages of the route because we will have to recover from the past 2 days with some easier climbs. 

https://fatmap.com/adventureid/150549975/m099-d-8-08-w

(Friday 9/08) The triceps are stiff and climbing out of the bunk bed is a painful reminder of what we have had to endure the past two days. So we are going to walk a bit in the next two days to let our bodies recover. A valley further lies the Tour du Cervin which we can follow for a while to get back on the route. We will not climb some peaks as foreseen but hey, you always have to leave something to return to. The Tour du Cervin, with its 148 kilometers and 13,000 meters of elevation gain, completely encircles the Matterhorn through Italy and Switzerland. At our leisure and after having an extensive breakfast, we start at 9:30 am.

The first part of the tour is descending to flat and wonderfully beautiful. Enough time to chat and enjoy with the Matterhorn at our backs. It's ours and they won't take it away from us. And then it's serious business. There are almost 1300 meters of elevation gain ahead of us and the first 1000 of them fall in the next 2 kilometers to the Col de Vofrède (3121m). An old moraine leads us steeply up to a rock ridge that is nailed with via ferratas that lead us even steeper up to just before the pass. Behind it lies the goal, the Tour du Cervin. It is hard work to get to the pass and the alpine contents of the backpack with all the ironwork that comes with it weigh down on the shoulders together with the 50m rope. But we are not going to be weak because we skipped 2 difficult climbing routes in the initial route. Tired and a bit impressed by the elevation profile of the stage we arrive at the pass. Behind it is a descent through the rubble to the refugio Perucca at the azure blue Gran Lago. A view that quickly makes us forget the tough climb. I promised Nico a coke in the hut and he will get it.

We are now on the Tour du Cervin and continue to the last pass of the day, Colle de Valcournera (3075m). Once again it is climbing through the scree of the moraine and a final via ferrata to the pass. The Tour du Cervin is already a more technical route than for example the Tour du Mont Blanc and that is noticeable from the very limited number of hikers on the route. The descent behind the pass to the Refugio Prarayer at the Place Moulin reservoir should take another 2h30 according to the signposts. That seems generous to me and we descend at a breakneck speed through the scree in the mountainside. On the way we meet a stranded British family who are not sure whether they should start the steep climb to the pass at 16:45 pm or walk the 6 km that we have ahead of us and that they have been dealing with for a whole day at too slow a pace. We explain the options to them but leave the decision to them. We go on autopilot for the rest of the descent to the hut. We finish the job in 1h55min. Half an hour gained for an aperitif, enjoying good food and a beautiful sunset. A long and still tough day but tomorrow we have options depending on how we feel. We will definitely start earlier than today. 

https://fatmap.com/adventureid/150550096/m103-1-d-10-08-w

(Saturday 10/08) We get up really early to be able to quickly reach the Col de Collon (3074m) and still have good conditions on the Arolla glacier for a crossing to the Cabane des Vignettes. However, the tracker appears to have no battery so we have to wait until it is charged. It takes too long for me so I hang it on the power bank in the backpack so that we can quickly continue on the route towards the Col de Collon.

A lot of elevation gain ahead of us today but fortunately they are less aggressive and the ascent is more in a bit by bit fashion. At the Riffugio Nacamuli we stop for the first time. Only 275hm of the 1200hm to the Col de Collon. The hut of the Italian Alpine Association looks very dead. You don't encounter too many people on the Tour du Cervin either. So they won't be making a lot of money here. Some sugars and we cross the last part to the pass. Once in the pass we are back on the initial route and can therefore cross via the Col de l'Evêque over the Arolla glacier to the end point of the day, the Cabane de vignettes. Nico is not a fan of glaciers and the crevasses that may be there. It is the result of my 7 meters fall last year in a crevasse when we were together at the Breithorn (4164m). I assure him that I have the right gpx and if we follow it we should be able to navigate perfectly between the crevasses. I take the lead with him on the rope behind me to indicate the right direction.

Although they had told me in the hut that many people still do this route, I see very few tracks in the snow. So it is constantly keeping an eye on the GPS to keep to the route. Behind the pass there is the most difficult passage and it is a real minefield of crevasses. The snow bridges that lie over them are in their last weeks in this heat. The isotherm (freezing level) has been above 4000m for some time now, so here at 3000m it is melting fast. The heavy snowfall in spring that I witnessed several times in Slovenia and Austria had raised an optimism among glaciologists that it might slow down the decline of the glaciers this year or even, in the best case, make the glaciers grow again in mass. That optimism has literally and figuratively disappeared like snow in the sun. The summer heat in July and now also in August has made the snow melt faster than expected. In some places, even 4 meters of snow melted away in 6 weeks. The large amount of Sahara sand that also blew towards the Alps did not help either and accelerated the entire process https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2024/08/06/gletsjer-gletsjers-zwitserland-smelten-sneeuw/. For us this means looking for the sturdiest snow bridges to get over the wide gaping glacier crevasses. Once past them we walk in the saddle of the glacier and there you hardly come across any crevasses but only pools of melting ice. The large amount of snow that fell in the spring has long since melted here and the top layer of the glacier is now up, helped by the large amount of Sahara sand that is still on it. Here it is ok to traverse but on the mountain slopes this brings an extra challenge as the ice fields are exposed and they are more risky to cross due to their gradient.

A little further on we crawl off the glacier and Nico is relieved. We quench our thirst at a stream of meltwater after crossing the oven which the glacier is now. Another short climb through a scree field and pass the approach route for tomorrow and we are at the Cabane de Vignettes that sticks to the rock in the saddle of the col of the same name. They don't expect us until tomorrow but I had already called yesterday whether they still had room. No problem at all. Even though it is the weekend, there are hardly any people in the hut. The staff doesn't understand it either because the conditions are still ok and so is the weather. We rest for a few more hours and tomorrow morning at 5 am we will cross over 2 peaks to the next hut.

https://fatmap.com/adventureid/150550162/m103-2-d-10-08-w

(Sunday 11/08) A horrible night because I had a nap way too late in the afternoon. Nevertheless, the alarm clock goes off relentlessly at 4am to still have good conditions for the crossing. With heavy legs we start the climb to Pigne d’Arolla (3787m). The climb is tough with this lead in our shoes but nevertheless we are standing in the early morning sun on top of the summit. We decide to skip the Mont Blanc de Cheilon (3870m) which is a pass further and also on the programme. Our bodies do not want to cooperate today and we can better focus on the crossing tomorrow because then we absolutely have to get to the next valley. So we descend via the Cheilon glacier and its minefield of crevasses to Cabane des Dix. An afternoon of rest so that tomorrow we can get over the rock and snow ridge of La Luette (3548m) and Le Pleureur (3703m).

https://fatmap.com/adventureid/150550225/m104-d-11-08-w

(Monday 12/08) Early start again at 4am to beat the heat. From the hut we head towards the glacier at the foot of La Luette. Above us the shooting stars of the Perseids flash around. A true meteor shower that makes place for a beautiful sunrise. When the sun just peeps out, we are at the top of La Luette with an extraordinary view over all the terrain and the peaks that we have conquered in the past week.

Via the rock ridge between the 2 peaks we first descend and then climb back up to the top of Le Pleureur. After some light climbing we end up at the top and also the last peak of this stage. Once again we enjoy the work that lies behind us, especially in the distance the Matterhorn towers above everything like a cathedral.

The descent from the top of Le Pleureur via the rock ridge is also the highest mountain path in the Alps. It is relatively well marked when you climb up from the valley, but for us it is once again a search for tracks. In the ridge and mountainside that is covered with nothing but rubble, everything looks like a path. The ibexes that live there do not help either and have created several alternative routes.

Finally, after a lot of searching and a descent of 1900 meters in altitude, we reach the reservoir, Lac du Mauvoisin, down in the valley with creaking knees. Getting to the dam turns out to be the last hurdle in this stage because there is no path anywhere via the rock. So we set off on the last abseil along the rock face and when we end up on the concrete of the dam, the stage is officially over. What a trip. Now a little rest and then…

https://fatmap.com/adventureid/150550343/m105-12-08-w

Off to Monaco!Mountain greetings and see you soon!Start hier met schrijven...

Sander Van Poeck 13 August 2024
Share this post
Labels
Archive